GevelstenenLinea7 7022

Technische informatie

Kleur omschrijving
De kleur is paars-bruin-grijs tot in de massa.
Afmeting (L x B x H)
ca. 240x73x38 mm (LxBxH)
Aantal / m² met een traditionele voeg
80 (12 mm)
Aantal / m² met een dunne voeg
93 (6 mm)
Afmeting 2
ca. 240x115x38 mm (LxBxH) - op aanvraag voor projecten > 2000 m²

reportage Linea7 7022

Slanke gevelsteen Linea7 7022 in harmonie met de natuur

Slanke gevelsteen Linea7 7022 in harmonie met de natuur

Elegante asymmetrische villa in de groene rand van Gent

Deze elegante villa is gelegen aan het natuurgebied de Latemse Meersen, in de groene rand van Gent langs de rechteroever van de Leie. De opdracht was om een woning te ontwerpen met een maximaal zicht op het prachtig natuurgebied in het zuiden. 

Referenties

Zoek volgens gemeente





Referentie lijst Linea7 7022
Postcode Stad Straat Metselverband Voeg Voegkleur Raam Dakbedekking Opmerkingen
9880 Aalter Weibroekdreef 125 Wildverband 6 mm zwart plat villa - combinatie beton
3791 VV Achterveld Ruurd Visserstraat 67 12 mm Donkergrijs zwart bruin-grijze tegelpan villa - stootvoegloos
3791 VV Achterveld Ruurd Visserstraat 67 Wildverband 12 mm Antraciet antraciet grijsbruine leipan villa - terugliggend
8850 Ardooie Hellestraat 3 E Wildverband 6 mm zwart plat villa - combinatie hout
7800 Ath Chaussée de Bruxelles 344b Halfsteensverband 12 mm Donkergrijs zwart-grijs plat vrijstaand-combinatie hout
5954 CA Beesel Hoornpost 15 Wildverband 12 mm Antraciet zwart plat villa - combinatie hout - terugliggend, stootvoegloos
1301 Bierges Rue Dolimont 10 Wildverband 6 mm zwart plat villa
4654 Charneux Rue Beauregard 149 zwart zwarte kunstlei villa
4654 Charneux Rue Beauregard 149 Wildverband 6 mm zwart zwart zadeldak villa
9840 De Pinte Lijsterbesstraat 7 Wildverband met doorstrijkvoeg 12 mm Donkergrijs kwartsgrijs donkere pan vrijstaand
Print alle

Verwerkingstips

Voorbereiding werf

Kwalitatief en mooi metselwerk nastreven, begint bij het opslaan van de aangevoerde stenen. De pakken worden geplaatst op een droge ondergrond, en beschermd tegen regen en opspattend vuil.

De gevelstenen worden vervaardigd uit de natuurlijke grondstof klei. Dit houdt in dat er tussen de opeenvolgende producties van eenzelfde steensoort kleur en maatverschillen mogelijk zijn.

Dit kan zo veel mogelijk vermeden worden dankzij volgende voorzorgsmaatregelen:

  • Een bestelling behelst de totale hoeveelheid nodig voor de betreffende werf. Zo kan deze voorbehouden worden uit éénzelfde productierun.
  • Bij afroep laat men meteen de totale hoeveelheid stenen leveren. Indien de levering toch in meerdere keren moet gebeuren, worden steeds een aantal pakken uit de vorige levering met een aantal pakken uit de nieuwe levering gemengd. Dit wordt ook sterk aangeraden in geval van een nabestelling.
  • De gevelstenen neemt men diagonaal van boven naar onder uit de pakken.
  • Gevelstenen uit minimum vijf verschillende pakken simultaan mengen en verwerken.
  • Voor het uitpassen met gevelstenen op de werf neemt men eenheden uit de levering effectief bestemd voor deze werf. Men mag hiervoor niet louter rekenen met de theoretische afmetingen van de betreffende gevelsteen, en ook geen stalen gebruiken van een andere dan de voor deze werf voorbehouden productierun.
  • Vóór aanvang van de metselwerken, controleert men de leveringen visueel om eventuele niet-conformiteiten op te merken.
  • Bij vriesweer niet metselen of het ‘verse’ metselwerk beschermen met isolerende matten, om vorstschade aan de mortel te voorkomen. 
  • Bij aanhoudend droog en warm weer bevochtigt men licht het ‘verse’ metselwerk om te vermijden dat de mortel te snel uitdroogt.
  • Bij neerslag niet metselen om uitspoelen van mortel op de gevel te vermijden.

Metselen met Brick 7

Kantelen van de baksteen

Het beste resultaat bekomt men door de Brick 7 eerst vooraan neer te leggen en dan nauwgezet naar de achterzijde van het gevelvlak toe te kantelen. Zo drukken we de mortel samen naar de binnenzijde van het spouwblad.

Aanbrengen legmortel en voegmortel

Bij het aanbrengen van de voegmortel ervoor zorgen dat de legmortel (bij een klassieke voeg) en de dun- of lijmmortel (bij een dunne voeg) voldoende over de breedte van de steen wordt aangebracht, minimaal 5 cm. Men dient er wel steeds op toe te zien dat achterzijde van het buitenspouwblad vrij is van mortelresten en deze indien nodig af te strijken. Dit om contactpunten met de isolatie of het binnenspouwblad te vermijden. Bij navoegen moet er voldoende ruimte zijn voor het aanbrengen van een stevige afwerkingsvoeg, ca. 2 cm.

Kopvoegen

Een dichte kopvoeg resulteert in een betere lucht- & vochtdichtheid van het buitenspouw blad. Hierdoor beperkt men dus ook de warmtedoorlaatbaarheid.

Bepalen van de optimale voegdikte bij dunne voeg

De ruwheid en onregelmatigheid van de stenen bepalen welke voegdikte het best kan aangehouden worden bij metselwerk met dunne voegen.
Daarom is het aan te raden om eerst een proefmuurtje op te stellen.
Via de opbouw van een proefmuurtje, bestaande uit een aantal steenlagen met verschillende voegdiktes (4 mm, 5 mm, 6 mm), kan men de strakheid van de gevel weergeven.
Het belangrijkste criterium is namelijk de vlakheid van de horizontale voeg (lintvoeg) en niet zozeer het beperken van de dikte van de voeg.

Reinigen van metselwerk

RESTEN VAN METSELMORTEL

Na verharding van de mortel verwijdert men eerst de grootste morteldelen met een borstel (geen staalborstel). Daarna de gevel reinigen met zuiver water, al dan niet onder hoge druk of een zachte borstel. Vermijd een puntstraal en bewaar voldoende afstand om aantasting van de oppervlaktetextuur en -kleur te vermijden.

Resterende vlekken kunnen eventueel verwijderd worden met een chemisch product geschikt voor het verwijderen van cementsluier. Vermijd steeds producten op basis van zoutzuur. Deze kunnen de kleur van de stenen en voegvulling aantasten. Vooraleer de gevelstenen met een chemisch product te behandelen, steeds een test doen op niet-verwerkte materialen of een beperkt niet-zichtbaar oppervlak en steeds na inwinnen van technisch advies van de leverancier. Het kan nodig zijn de behandelingen te herhalen om alle mortelresten te verwijderen.

Uitbloeiingen voorkomen

Baksteenmetselwerk wordt soms ontsierd door witte uitslag. Deze uitslag wordt veelal veroorzaakt doordat er gemetseld is onder ongunstige weersomstandigheden. Vaak worden vanwege een strakke planning en een hoog bouwtempo niet de noodzakelijke beschermende maatregelen getroffen. Onder zeer vochtige omstandigheden kunnen in water oplosbare stoffen aanleiding geven tot uitslag op het oppervlak. In zowel het voor- als najaar kunnen na een vochtige periode (als het metselwerk weer opdroogt) de oplosbare stoffen als gevolg van vochttransport naar het oppervlak komen. Na verdamping van het water blijft een witte uitslag achter. (Bron: Uitslag op baksteenmetselwerk - Heidelberg Cement Group)

Enige uitslag op metselwerk kan altijd optreden. Er bestaat tot op heden geen enkele gevelsteen die in combinatie met een bepaalde mortel en of voegspecie gegarandeerd uitbloeiingsvrij is.
Wel kan men bepaalde eenvoudige voorzorgsmaatregelen nemen  die het gevaar van uitbloeiingen minimaliseren (om sterke bevochtiging van vers metselwerk tegen te gaan):

  • tijdens de uitvoering het vers metselwerk over een hoogte van minstens 60 cm beschermen (wel ventilatie toelaten) 
  • voorlopige regenwaterafvoerbuizen plaatsen om te vermijden dat het metselwerk zeer vochtig wordt
  • niet metselen bij slagregen