PROJECT

Villa Deinze

ARCHITECT

Pascal Bilquin

AANNEMER

Bouw-iD

GEVELSTENEN

linea 7036
linea7 7036 (ECO-7-size)

VERWERKING

Wildverband
Grijs-groene traditionele voeg van 12 mm

 

Fotografie: Nicolas Vantomme, Thibault De Schepper
Tekst: Bouw-iD

Symbiose van architectuur en natuur: een woning als levend landschap

Pascal Bilquin en Guy Speltdooren over de kunst van ruimtelijkheid, samenwerking, en wonen in harmonie met de omgeving.

Pascal Bilquin en Guy Speltdooren kennen elkaar al jaren. Ze werken regelmatig samen aan projecten. Bilquin als architect, Speltdooren als zaakvoerder van totaalaannemer Bouw-iD. In Deinze realiseerde de tandem onlangs een bijzondere gezinswoning aan de oevers van de Leie. Het resultaat is een masterclass in beheersing en precisie, geïnspireerd door de natuur, waar elke ruimte een andere beleving biedt. “Het is een huis met verschillende dimensies, waar je soms veel en soms weinig ziet.”

 

 

Vergroeid met de natuur

De woning bevindt zich op een glooiend perceel dat achteraan afhelt naar de Leie. Aan de voorzijde oogt ze relatief statisch. Als een bakstenen scherm sluit het gebouw zich af van de straat, grotendeels verhuld door weelderige beplanting. Behalve een raam op de verdieping is er nagenoeg geen inkijk.

Zelfs de glazen inkomdeur zit weg achter struikgewas. “Het idee was om de woning volledig te integreren in de natuur”, zegt Bilquin. “Je mocht hier geen grenzen voelen. Daarvoor is nauw samengewerkt met landschapsarchitect Aldrik Heirman, die een soort van wilde parktuin heeft ontworpen. Vooraan is de tuin woest en dichtbegroeid, achteraan is hij meer open en krijg je een ander effect door de golvingen in het terrein. Het huis beweegt als het ware mee met dat wisselend landschap.”

 

 

De woekerende natuur contrasteert met de strenge belijning van het gebouw. Tegelijk gaat het er volledig in op. Door de grijs-groene linea 7036 en dynamische volumewerking plooit de woning zich naar het groen. Verspringende volumes maken de architectuur ritmisch en gelaagd. Soms resulteert de compositie in grote luifels die schaduwplekken creëren en de zon opvangen, dan weer in intieme zones waarin je buiten kan vertoeven. “De gevels zijn ontstaan vanuit de fragmentatie en functionaliteit van het huis”, verklaart de architect.

“Het is een vrij massief gebouw, maar door te schuiven met de volumes voelt het toch licht aan. Daarnaast is de natuur speels en plastisch en vangt ze mee die strakheid op. Binnen krijg je hetzelfde: naturelle materialen, zoals natuursteen en notelaar, creëren rust en versterken de link met buiten. Er zijn ook overal groendaken, zodat de natuur ogenschijnlijk doorgroeit in de woonst.”

 

 

Samenwerking als sleutel

Bij het binnenkomen vang je meteen een glimp op van de tuin. Vanaf de inkomhal kijk je door het huis heen. “Eerst is er licht, dan geborgenheid, dan doorzicht”, legt Bilquin uit. “De menselijke logica bepaalt de vorm van een gebouw. Eigenlijk wonen we nog steeds zoals in de oertijd. Mensen leefden toen in een grot. Er was één opening waarlangs licht binnenkwam. ’s Avonds maakte men vuur en zat iedereen er gezellig rond. Dat principe is niet veranderd, samenwonen is niet veranderd. We zitten nog altijd rond dat vuur, alleen is het kader veel geraffineerder geworden.”

De hoofdfuncties op het gelijkvloers zijn verweven rond een centrale box, die de technieken en trap naar de verdieping herbergt. Zo loop je als het ware rond het huis. Raampartijen kaderen de omliggende natuur. Functies zijn deels op elkaar betrokken, zonder dat ze meteen alles weggeven. Schuifdeuren bieden de mogelijkheid om ruimtes te compartimenteren. Achter elke hoek, wand of kast ontdek je iets nieuws, zoals een bureau geïntegreerd in de box of de open keuken die afsluitbaar is voor een intieme- re beleving. “Je kan de sfeer aanpassen, naargelang de ruimte, de situatie of het moment van de dag”, zegt Speltdooren. “Het huis biedt de bewoners mogelijkheden. Ze kunnen het op verschillende manieren gebruiken. Een woning moet voor je werken. Ze moet vanzelfsprekend aanvoelen. Natuurlijk is het esthetische belangrijk, maar je moet er vooral in kunnen leven.”

 

 

“Een project als dit kan je alleen realiseren als alle partijen nauw samenwerken”, vult Bilquin aan. “Ik sta er nog altijd elke dag van versteld hoeveel vertrouwen je eigenlijk krijgt als architect. Bouwen gaat om zo veel geld. Je gaat zo diep in de privésfeer van de mensen. Er is geen enkel ander beroep waar zoiets kan.”

“De wisselwerking tussen bouwheer, architect en aannemer bepaalt alles”, beaamt Speltdooren. “Hier was iedereen volledig mee in het verhaal, dan lukt het. Dat is niet altijd even gemakkelijk. Wij zijn ontwerper en bouwer, maar evengoed psycholoog en socioloog. In onze sector moet je een groot relativeringsvermogen hebben. Dat wordt vaak onderschat. Je bouwt om verbetering te brengen in iemands levenspatroon. Je wil mensen blij maken. Dat kan alleen als een project de kans krijgt om te groeien. Soms gaat dat moeizaam, bots je op obstakels, gaat er iets mis. Maar je moet elkaar steunen om oplossingen te vinden. Ruimte laten voor elkaars ideeën en bedenkingen. Zo zorg je voor elkaar én ontzorg je elkaar. Als je iedereen op één lijn krijgt, wordt het een heel mooi verhaal, zoals hier.”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vergelijkbare case studies

moderne-structuur-van-zeven-verdiepingen-in-gevelsteen-linea-7035-en-7036-als-aanvulling-op-historisch-vakmanschap

Moderne structuur van zeven verdiepingen in gevelsteen linea 7035 en 7036 als aanvulling op historisch vakmanschap

Villa Wiesental, een historische villa uit de Gründerzeit die in 1878 werd gebouwd door architect Daniel Oertli, getuigt van het vakmanschap en de grandeur van zijn tijd. Onder het bewind van Konrad Menet Tanner, een rijke textielhandelaar, raakten de villa en de tuin in St. Gallen, Zwitserland, na jaren van verwaarlozing in verval. Om het behoud en de re-integratie in het moderne stadsleven te garanderen, stelden de eigenaars een doordacht herontwikkelingsplan voor. Centraal in deze transformatie stond de bouw van een moderne structuur van zeven verdiepingen naast de villa, ontworpen als aanvulling op de historische betekenis ervan. Centraal in dit architectonische verhaal stond de keuze en het gebruik van gevelstenen, die niet alleen esthetische doeleinden dienden maar ook een cruciale rol speelden in de conceptuele en materiële harmonie van het project.